
Het is net een spiraal die terug draait in de tijd. Met daarop tal van verhalen. Ik zei het al eerder.
Sommige verhalen zijn al ontdekt. Anderen liggen daar nog wel een poosje onopgemerkt. Of zijn te ver weggestopt of te klein om te zien, te onbeduidend. Of te schrijnend, te pijnlijk om te vertellen.
Ergens in mijn DNA zit mijn betovergrootvader verstopt.
Ik heb geen idee wie het is. Ik weet wanneer hij ongeveer geleefd moet hebben. Ik weet iets nauwkeuriger wanneer hij mijn betovergrootmoeder in elk geval één keer is tegengekomen, ergens begin 1866. Eind 1865 zou ook nog kunnen.
Hij dus onbekend, zij de dochter van een schoenmaker. Het gezin telde acht broers en vijf zussen; enkele van hen stierven jong.
Ze woonden in een gehucht in de Langstraat in Noord-Brabant, in het calvinistische deel.
Hoe die ontmoeting verliep? Geen idee. Ze was toen een jaar of dertig. Het kan terloops geweest zijn, in een steegje. Misschien dronken tijdens de jaarwisseling. Eenmalig of iets langer van duur, gewelddadig of teder, vol angst of hevig verliefd. De archieven zwijgen.
Mijn overgrootvader is in elk geval op 12 september 1866 geboren. Daar waren wél getuigen van. Ook andere feiten zijn vastgelegd: zijn trouwen in 1887, zijn overlijden in 1939 en de geboorte van zijn zoon (en dus mijn opa) in 1898.
Al jarenlang proberen wij, erven en nazaten, te achterhalen wie deze onbekende vader kan zijn geweest. Tevergeefs. Zelfs de archivaris in de familie (want die hebben we), wist het niet. En hij was nota bene generatie- én plaatsgenoot van mijn overgrootvader.
En hij zat begin vorige eeuw toch een stuk dichter bij de bron dan wij nu. Zou je denken.
Ook de overlevering zweeg in alle talen. Weliswaar kwam ‘Het Heikele Onderwerp’ vaak ter sprake op verjaardagsfeestjes; we kwamen nooit verder dan – vooral vrolijk – gespeculeer.
Nu gloort er hoop. Dankzij internet, talloze enthousiaste genealogen en clubs als MyHeritage, Ancestry en Family Search, de tuincentra voor stamboomonderzoek. Hier kun je terecht voor ‘de DNA match’. In een wonderlijke wereld vol percentages en centimorgans waarin dapper wordt gezocht naar overeenkomsten en naar de Meest Recente Gedeelde Voorouder, de MRGV.
Dat laatste klinkt als Roald Dahls’ GVR, de Grote Vriendelijk Reus, bedacht ik me laatst. Ook niet gek als voorouder.
Ik heb jarenlang en graag de romantische theorie aangehangen dat de vaderdader vast een rondreizende Roma of circusartiest is geweest, met wie betovergrootoma een kortstondige hevige amoureuze verhouding heeft gehad. Een waar ze heel haar hardwerkende leven met plezier aan heeft teruggedacht. Dat gun ik haar.
Maar ik zal het vast wel helemaal mis hebben.